donderdag 31 maart 2016

De gouden medaille van Sijbrandus Fockema

In Vind Magazine zag ik een medaille van S. Fockema uit 1823.
Sijbrandus Fockema werd geboren op 5 Mei 1777 te Dokkum. Hij doorliep hier de Latijnse school en studeerde geneeskunde te Groningen rond 1794. Hij zal goed Latijn geleerd hebben van rector Epkema en Slothouwer, aldus kenner Piter van Tuinen.

Sybrandus trouwde met Johanna Jacoba Bekius. Zie ook hun vermoedelijke silhouetportretten.
De familie Fockema was een zeer vooraanstaande in Dokkum, met o.a. burgemeesters en juristen. Ook de familie Fockema Andreae stamt hier uit.

Wat staat er precies op deze gouden penning voor 100 gratis koepokvaccinaties in 1 jaar?
S.Fockema med.doctor Leeuwarden 1823 en de Latijnse randtekst Pro variol vacc insit plus civib uno ann gratis alministr. En op de andere zijde een koe met daarboven een engel met trompet en de randtekst Volitat iam fama per orbem MDCCCIX. Wat zoiets betekent als 'over de hele wereld verspreid 1809'.

De vermelding in Vind Magazine verwijst naar een veiling bij veilinghuis Schulman, op 12-14 mei 2016. Richtprijs 2000 euro.

In 2008 heb ik eens over iets vergelijkbaars gepubliceerd van de veearts Coop Wiersma te Ee,  (waar ook bv Jan Jans Kiestra woonde die medische manuscripten verzamelde): http://sneuperdokkum.blogspot.nl/2008/10/erepenningen-van-vee-arts-coop-wiersma.html

vrijdag 25 maart 2016

The Tinco Project in volle vaart vooruit

Zoals u wellicht al gelezen heeft in de Leeuwarder Courant (een dubbele pagina getiteld Ode aan merkwaardige avonturier Tinco) ben ik samen met George Homs, een Limburger wonend in Cannes, bezig de Friese jonkheer Tinco Lycklama à Nijeholt uit de vergetelheid te halen.
Tinco in Albanees kostuum

De telg uit een roemrucht geslacht van grietmannen en verveners zette aan het einde van de 19e eeuw de bloemetjes buiten aan de Franse Cote d'Azur, nadat hij jarenlang door het Midden-Oosten had gereisd en een museum met zijn zelf verzamelde collectie in Beetsterzwaag bestierde.

In Beetsterzwaag wordt hedentendage tijdens rondleidingen nog verhaald over de markante jonkheer die met een agressieve aap door het dorp paradeerde en maar liefst 1 gulden entree hief voor zijn oriëntaalse museum. Er gaat zelfs een verhaal dat Tinco tijdens een wandeling in de bossen rond Beetsterzwaag een lid van het koningshuis in een sloot heeft gekieperd!
Geen wonder dat zijn museum na een jaar al gesloten werd en de hele collectie verhuisde naar het Franse Cannes, waar Tinco met zijn katholieke echtgenote Juliana thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg in Villa Lycklama woonde.
Nog steeds is er een Rue Lycklama in deze mondaine badplaats en is de plaatselijke vereniging van archiefonderzoekers en de directie van het museum inmiddels ook enthousiast!

Naast het benaderen van vele mensen uit de wereld van musea en cultureel erfgoed, hebben we ook een drietalige website http://tincolycklama.org/ gelanceerd, een Wikipedia-pagina gemaakt en daaraan een Facebookpagina gekoppeld. Deze pagina op Facebook kunt u blijven volgen door hem te 'liken' met het opgeheven duimpje.

Door de publiciteit hebben we al vele positieve reacties gehad die ons nieuwe informatie en goede contacten opleverden.
Ook heeft deze week het historisch platform Historiek via een mooi webartikel aandacht besteed aan The Tinco Project.
In Cannes is men weliswaar nog niet ver ontwikkeld met de inventarisatie van de collectie of digitalisering, maar is er grote interesse meer te weten te komen over deze bijzondere Friese jonkheer, die zich ter plaatse uitgaf voor baron. Hij was immers getrouwd met een barones :-)

We hopen te zijner tijd o.a. tentoonstellingen te kunnen organiseren in bijvoorbeeld Cannes of Beetsterzwaag, ook met het oog op het naderende jaar 2018 waarin rond Leeuwarden Culturele Hoofdstad van Europa 2018 allerlei regionale activiteiten worden georganiseerd.
Blijf ons dus volgen via de website en Facebook!

maandag 21 maart 2016

Enno Doedes Star en de Gouden Leeuwen

Vorige week zondag was ik met mijn verre neef Wibo op de TEFAF-kunstbeurs in Maastricht.
Bij Rob Kattenburg, gespecialiseerd in maritieme schilderijen, zag ik een schilderij waarbij een heus boekwerkje was gemaakt.
Het betrof een meesterwerk van Willem van der Velde de jonge uit 1670 die waarschijnlijk speciaal gemaakt werd voor Luitenant-Admiraal Cornelis Tromp (1629-1691). En uiteraard werd een deel van de tekst verzorgd door Remmelt Daalder, de voormalige curator van Het Scheepvaartmuseum te Amsterdam en expert op het gebied van vader en zoon Willem van der Velde. Een Engelse uitgave van zijn boek zou de volgende dag op de stand gepresenteerd worden.

Thuisgekomen las ik het prachtig verzorgde boekwerk over het schilderij, waarop twee schepen in vol ornaat zijn afgebeeld: De Liefde en de Gouden Leeuwen. Op de cover staat alleen de achtersteven van de Gouden Leeuwen. Bij windkracht 5 en gereefde topzeilen lijkt het weer spoedig te zullen omslaan. Een ramp lijkt aanstaande. Er wordt uitgelegd dat de wimpels (lange zwaluwstaartvormige vlaggen) bij de admiraal gevoerd worden in de hoofdmast (de middelste), die van de vice-admiraal in de voorste mast en van de schout-bij-nacht (rear admiral in het Engels) in de achterste mast.
Het tafereel toont de vloot van de Republiek die zich verzamelt voor de Vierdaagse Zeeslag van 11-14 juni 1666. Het oorlogschip Liefde was gebouwd voor de Admiraliteit van Amsterdam rond 1660, voerde maximaal 70 kanonnen en had een bemanning van 270 man. Het was het vlaggeschip van Michiel de Ruyter in 1663. In 1665 onder Cornelis Tromp maar in de Vierdaagse Zeeslag ging het op 11 juni 1666 verloren onder kapitein Pieter Salomonszoon.
Het schip De Gouden Leeuwen, waarvan we de afbeelding zien op de cover, heeft op het hakkebord twee leeuwen die met de rug naar elkaar staan. Het voerde 50 kanonnen en was op de VOC-werf gebouwd in 1665. Het deed aan zijn eerste zeeslag mee, terwijl het voor de Liefde de laatste was, omdat het na een aanvaring met de Hollandia van Tromp door een Engelse brander werd getorpedeerd. De meeste bemanningsleden konden worden opgepikt door de Gouda maar de kapitein overleed kort daarna. Toch ging de slag de geschiedenis in als een glorieuze overwinning voor de Republiek!

De Gouden Leeuwen stond onder commando van Enno Doedes Star. Over hem en zijn problemen veroorzakende zoon heb ik in 2009 al eens gepubliceerd op dit blog. De Oostfries Star had voor de Amsterdamse Admiraliteit op Portugese kapers gejaagd nadat hij eerst op de koopvaardij voer. In 1661 was hij kapitein op de fluit de Groene Kameel met 10 kanonnen en 30 bemanningsleden. Met Michiel de Ruyter ging hij wederom op de Groene Kameel in 1664 naar de Middellandse Zee en keerde pas na ruim een jaar terug omdat ze via Afrika ook nog waren overgestoken naar de Cariben en Newfoundland! In augustus 1665 kwamen ze gezamenlijk in triomf de Eems te Delfzijl binnen. Aansluitend ging Michiel de Ruyter per trekschuit via Groningen, Dokkum en Leeuwarden naar Harlingen om op de Rede van Texel aan zijn volgende avontuur te beginnen.
Het jaar daarop was Enno Doedes Star de gezaghebber op de Gouden Leeuwen tijdens de Vierdaagse Zeeslag van 11-14 juni 1666, als onderdeel van het centrale squadron dat door De Ruyter op de Zeven Provinciën werd geleid. Star zijn schip had het zwaar te verduren en verloor 12 man en had 22 gewonden. Op 15 juni zeilde hij Goeree binnen met ook schout-bij-nacht Isaac Sweers aan boord die zijn schip de Gouda had verloren.

Op 4 augustus 1666 ging Star met De Ruyter weer in de slag met de Engelsen. Tromp ging overmoedig achter een Engels schip aan waardoor De Ruyter geïsoleerd werd van zijn eigen vloot en zich moest terugtrekken, samen met de Gouden Leeuwen van Star. Het schip van De Ruyter bleek naderhand meer dan 450 kogelgaten te hebben, waarvan 17 onder de waterlijn! De Nederlanders brachten 10 Engelse schepen tot zinken maar verloren ook 4000 man.

Enno Doedes Star werd vervolgens tot schout-bij-nacht van de Admiraliteit van Friesland en Groningen benoemd. Maar omdat de Vice-Admiraal Rudolf Coenders overleed werd Star in die functie benoemd, waarbij hij met o.a. Hans Willem baron van Aylva deelnam aan de beroemde Tocht naar Chatham in 1667 op het schip Groningen onder het squadron van Van Nes.

Star was bevelhebber op de Groningen tijdens de Derde Engelse Oorlog, de Slag bij Solebay (1672), Slag bij Schooneveld (1673) en de Slag bij Kijkduin, ook in 1673. In 1678 zeilde hij naar Spanje als vice-admiraal en als laatste expeditie voer hij naar de Ierse Zee in 1691 om een vloot terugkerende VOC-schepen te begeleiden. In 1707 overleed hij op zijn landgoed en buitenplaats Bolhuis te Wirdum in Groningen (ooit bewoond door de kroniekschrijver Abel Eppens).

maandag 14 maart 2016

Vier nieuwe indexen: Floreenkohieren, Weesboeken, Grondpachten en Stedepachten

Ons erelid Reinder Tolsma heeft weer prachtig werk verricht! De laatste tijd zijn er drie nieuwe indexen beschikbaar gekomen op de website van onze vereniging, terwijl een vierde index in opbouw is. Het aantal namen dat in die indexen voorkomt bedraagt al meer dan 13.600 en wordt alleen nog maar groter. Dit wordt ook beschreven in De Sneuper 121 van maart 2016 en zullen we met enige regelmaat verversen.

1.Index op de floreenkohieren van Oostdongeradeel (6083 namen)
Deze index staat al enige tijd op de webside. De floreenkohieren geven naast de eigenaren, gebruikers, naastlegers en grootte ook de belasting weer die voor elke boerderij betaald moest worden. Deze floreenrente gaat terug tot het Register van Aanbreng uit 1511, eigenlijk het eerste floreenkohier. Nadat in 1640 het aan het floreenkohier gekoppelde stemkohier opnieuw wordt vastgelegd, worden in 1698 de floreenkohieren vernieuwd en daarna iedere 10 jaar aangepast tot 1858, het jaar waarin ook de kadastrale nummers per boerderij worden weergegeven waardoor lokalisatie van de boerderij mogelijk wordt. Zo is in veel gevallen de bezitsgeschiedenis van een boerderij van 1511 tot 1858 te volgen.
Het belang van de floreenkohieren voor de hedendaagse onderzoeker is velerlei. Omdat op de genoemde boerderijen ook het stemrecht in dorps- en grietenijzaken rustte, kan worden nagegaan wie er in dorp en grietenij veel te zeggen had. Voor genealogen is ook veel uit deze index te halen omdat de gebruikers worden genoemd. Soms is iemand te volgen op meerdere boerderijen, een enkele keer in meerdere dorpen. Soms wordt een boerderij generaties lang door dezelfde familie gebruikt, maar er zijn ook boerderijen die vrijwel elke tien jaar een andere gebruiker hebben.

De prachtig gerestaureerde boerderij Humaldawei 37 te Ee, in het floreenkohier bekend onder nummer 10, is niet meer in gebruik voor het boerenbedrijf.

2.Index op de weesboeken van Oostdongeradeel (4158 namen)
Bleven er na het overlijden van de ouders minderjarige wezen over dan werden er door het nedergerecht voogden aangewezen, waarvan nota werd gemaakt in het autorisatieboek; van Oostdongeradeel zijn ze van 1614-1810 aanwezig en van de jaren 1656-1810 heeft de FAF indexen gemaakt.
De benoemde voogden waren aanwezig wanneer door het gerecht een inventaris (later opgenomen in het weesboek) opgemaakt werd na het overlijden van de ouders. Ook als één van de ouders overleed, werd een inventaris opgemaakt om het moeders- of vadersaandeel van de kinderen te bepalen, zeker wanneer de andere ouder wilde hertrouwen. Naast de namen van de ouders, de kinderen (en hun leeftijd!) en de voogden (meestal een oom van moeders- of vaderskant) vindt men ook eventueel de tweede echtgenoot en de woonplaatsen vermeld. Van Oostdongeradeel zijn deze ‘weesboeken’ bewaard gebleven van 1582-1810 in maar liefst 35 delen.
U wordt al een heel eind op weg geholpen met de Uittreksels van de Weesboeken Oostdongeradeel van 1691 tot 1810.

3.Index op de grondpachten van het weeshuis te Dokkum (2927 namen)
De armvoogdij/weesvoogdij had verschillende inkomsten, van de verhuur van de Westerisselanden tot oortjesgelden, marktgelden, collecten, gaven bij het beluiden der doden en bij de verkoop van beurtschepen enz.
Een belangrijke vaste post was die van de grondpachten en eeuwige renten die op huizen in de stad Dokkum, maar ook op landerijen en boerderijen in de regio rustten en die jaarlijks konden worden geïnd. Deze grondpachten zijn op enig moment aan het gasthuis geschonken, de oudste gegevens daarover in de registers komen uit 1509.
Deze registers zijn bijgehouden van 1585-1819 en bevatten honderden namen van eigenaren en bewoners van huizen die een jaarlijkse grondpacht moesten betalen aan het weeshuis. Per huis is zo de bewoningsgeschiedenis na te gaan van 1585 tot na 1800 en daarmee zijn deze ‘staten’ een unieke bron. Door de gegevens uit deze staten te koppelen aan het reëelkohier vanaf 1711 komen er tot 1805 nog meer gegevens beschikbaar.
Redacteur en lid van onze vereniging, Piet de Haan
, is er in geslaagd om het reëelkohier weer te koppelen aan kadastrale leggers vanaf 1832 waardoor van een aantal huizen in Dokkum gegevens beschikbaar komen vanaf 1585 tot aan onze tijd.
Uit de gegevens over de 148 in de ‘staten’ genoemde huizen zijn in totaal 2927 namen van eigenaren/bewoners gehaald, een prachtige bron voor genealogen met voorouders uit Dokkum: de straat waarin hij of zij woonde, soms zelfs het huisnummer, en de jaren waarin raken hierdoor bekend. Sommige personen zijn in meerdere huizen te volgen of werden van bewoner eigenaar (ook andersom!).

4.Stedepachten, 1630 (466 namen)
In het archief van de stad Dokkum is het volgende archiefstuk opgenomen:
"Stadsgrondpachten iaerlijx opden 1 Maij verschinende soo wel van heer Magnus, Heer Hardus ende heer Hidde, lenen, kercke grondpachten ende andere". Dat register lijkt een mooie aanvulling op de index van de hierboven genoemde registers van grondpachten van het weeshuis. Dit register is weliswaar maar van één jaar, maar bevat toch weer 233 huizen/kamers. Opgeteld bij de 148 huizen uit de weeshuisboeken zijn dat in totaal 381 huizen in de stad Dokkum waarvan gegevens beschikbaar komen

Vroeg floreenregister

Het tweede gedeelte van dit register bevat de: ‘Florenen van landen onder dese stads tafel schietende ende alle tue maenten betaelt wordende’. Daarmee is een vroeg floreenregister nu ook ontsloten want zoals hierboven al is geschreven zijn van de meeste grietenijen de floreenkohieren pas bewaard gebleven vanaf 1698.

Laat het ons weten als u iets moois vindt en/of er een artikel voor De Sneuper over wilt schrijven!

vrijdag 11 maart 2016

De Sneuper 121, maart 2016, met gouden ringen, dwarswegen en drama

Het voorjaarsnummer van 2016 van ons verenigingsblad De Sneuper, nummer 121, heeft als
coververhaal Detector-archeologie: gouden ringen. Johan Postma is lid van onze vereniging en detector-amateur-archeoloog. Hij geeft in een interessant artikel zijn visie en een hypothese over de relatie tussen het drama van de moord op Bonifatius in 754 en de vondst van verschillende vroegchristelijke gouden ringen in het terpengebied van Fryslan.

Regelmatig worden wij verblijd met korte, interessante artikeltjes van Jan Kooistra, dit keer over paden en dwarswegen in Dantumadiel.

Veel Meindersma’s afkomstig van Paesens waren bakker. Over de bakkerijen Meindersma heeft Sake Meindersma een uitgebreid genealogisch artikel gemaakt, dat in twee delen geplaatst wordt. Veel van die bakkerijen waren gevestigd in Noordoost-Fryslân.

Een artikel van opnieuw Piet de Haan moest vele vorige keren wegens ruimtegebrek terug in de kopijportefeuille, maar wordt nu eindelijk geplaatst: Piet dook dit keer eens in de Armvoogdijrekeningen en ontdekte daar een drama dat zich afspeelde aan ‘t Vliet in Leeuwarden. Vandaar dat Piets aandeel aan dit nummer van De Sneuper weer optimaal is.

Zo is De Sneuper 121 weer gevuld met voor elk wat wils en gevarieerde artikelen, waar de volgende keer misschien ook uw onderzoek of tekst tussen kan staan. Want wij blijven afhankelijk van de kopij van onze leden. Stuur dus vooral uw bijdrage in!
Dat en nog veel meer in dit nummer van De Sneuper dat binnenkort bij de leden op de mat valt (en u kunt ook een digitale versie als gratis extra krijgen, laat het ons weten!):

Inhoudsopgave:
HISTORIE & STREEKGESCHIEDENIS
- Vroeg-Christelijke gouden ringen, Johan Postma
- Akkerwoudster dwarswegen & paden, Jan Kooistra
- Drama in Dokkum: Familiedrama in 1902, Piet de Haan

GENEALOGIE & FAMILIEGESCHIEDENIS
- Bakkerijen Meindersma deel 1, Sake Meindersma

 
RUBRIEKEN & COLUMNS
- COLUMN: Je mutte mar hoare...,Ihno Dragt
. Over de nieuwe tentoonstelling over het Kollumer Oproer in Museum Dokkum.
- HERALDIEK: wapen van Oostdongeradeel deel 2, Rudolf Broersma

- Veldpost WO I: Heeren leventje in Jutphaas, Hilda Bouta
- Armvoogdijrekeningen: Gevonden op ‘t Vliet, Piet de Haan
 
DIGITAAL, ACTUEEL & VARIA
 
- WEBSITE & -BLOG: Digitale vondsten, Hans Zijlstra
- Vier nieuwe indexen, deel 1, Reinder Tolsma
- INGEBOEKT: Windscheppen op Ameland, Jacob Roep


Op de Praatstoel 2: verhalen uit NOF. Bestel dit fantastische boek (leuk als kadootje)! Slechts 20 euro voor ruim 400 pagina's hardcover (plus verzendkosten 6,75 ivm dikte boek. Af te halen in Dokkum en Oosternijkerk zonder verzendkosten).
U kunt ook nog met korting intekenen op de herdruk van het unieke boek Geschiedenis van Dokkum!
 
Wilt u ook meegenieten van de interessante verhalen uit onze regio, dan kunt u zich eenvoudig aanmelden als lid (slechts 15 euro per jaar) via dit online formulier. 

vrijdag 4 maart 2016

Van snik naar smak

Door Nykle Dijkstra.
Ooit geweten dat een inwoner van Schiermonnikoog tijdens de Vierde Nederlands-Engelse oorlog een vloot, bestaande uit VOC-schepen en marineschepen, redde door hen te waarschuwen dat ze door een sterkere Britse vloot werden opgewacht?

En ooit geweten dat vissers van Schiermonnikoog vroeger met kormachines oesters vingen? Deze, en andere weetjes kwam ik tegen bij het maken van mijn bachelorscriptie geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen.

De scriptie gaat over de zeevaart van het eiland in de achttiende eeuw, en met name de overgang van visserij naar koopvaardij. Dit bleek een vrij onbekend stukje geschiedenis te zijn, maar niet minder interessant. Zo werd de eilander gedroogde schol ooit zelfs in het buitenland verkocht, zijn er enkele bijzondere verhalen over de walvisvaart te vertellen en bleek dat veel zeevaardersfamilies in de achttiende eeuw al een belangrijke rol speelden bij de eilander koopvaardij.

Achterin de scriptie staat een overzicht van alle koopvaardijschippers die ik tijdens het onderzoek ben tegengekomen. Ook als je wilt weten hoe de bestekset van de bevelvoerder op een achttiende-eeuwse walvisvaarder eruit ziet, is dit werk een aanrader. U kunt de scriptie lezen via deze link.

(Dit artikel verscheen eerder in de De Dorpsbode, 67e jaargang, nr.15, 1 augustus 2014, Schiermonnikoog.)

woensdag 2 maart 2016

Onderzoek uitgeverij Doederus Kamminga te Dokkum

Uitgever Louw Dijkstra is bezig met een onderzoek naar een beroemde voorganger als uitgever: Doederus J. Kamminga uit Dokkum. In september 1999 publiceerden wij een special van De Sneuper, nummer 51, geheel gewijd aan deze Dokkumer oer-sneuper. Doederus Johannes Kamminga leefde van 1884 tot 1977 en was uitgever, drukker en oudheidkundige.

Louw Dijkstra is een Facebook-pagina begonnen over deze uitgeverij en hoopt op die manier Dokkumers en anderen die informatie over Kamminga hebben, te bereiken. Zijn onderzoek richt zich met name op zijn plaats in het Friese literaire veld.

Zie https://www.facebook.com/Uitgeverij-J-Kamminga-947089255375678/
en laat het weten als u informatie heeft!