donderdag 21 februari 2013

AlleFriezen.nl nu met gratis scans BS Dongeradeel

Het heeft even geduurd voordat de gemeente Dongeradeel, in navolging van vele andere Friese gemeenten, overstag ging om de Burgerlijke Standregisters te laten scannen. Maar nu zijn we eindelijk zo ver dat de boeken gescand zijn en opgenomen in de database van AlleFriezen.nl
AlleFriezen is een website die wil laten zien wat er in de Friese gemeentearchieven, het Streekarchivariaat Noord-Oost Friesland, het Historisch Centrum Leeuwarden en Tresoar is te vinden over alle Friezen, die geboren, getrouwd en overleden zijn in de provincie Fryslân, van de 19e eeuw tot midden jaren vijftig van de vorige eeuw.

Niet alleen kunt u dan zoeken op gegevens van Geboorten (1811-1902), Huwelijken (1811-1922) en Overlijdens (1811-1942), u kunt dan ook de daarbij behorende scans van de originele acten inzien. Bovendien is dat gratis, en geven de documenten ook veel extra informatie over getuigen, bijzondere omstandigheden en andere details die niet in de standaardgegevens van de database zijn overgetypt.

Neemt u dus eens een online kijkje in deze mooie bron van AlleFriezen.nl
En laat ons weten of u een mooie vondst heeft gedaan.
Met dank aan Tresoar en de gemeente Dongeradeel!

zondag 17 februari 2013

Napoleons douane bureau te Dockum

Op 16 maart 1813, des middags 12 uur, te Holwerd, overleed Pierre Joseph Julien, 32 jaar, man, weduwnaar. Zoon van Jean Baptiste Julien uit (waarschijnlijk) Gué-d'Hossus, Arrondissement De Rocroij, Departement des Ardennes.
Er is een Pierre Joseph Julien die op 12.10.1805 in Gué d’Hossus geboren werd, als zoon van Pierre Joseph Julien en Marie Thérèse Delcourt. Mogelijk is de man uit dit echtpaar degene die in Friesland overleed.
Hoe kwam nu een Fransman in een kleine plaats in Westdongeradeel als Holwerd terecht?
Het blijkt dat hij een douanier was. Wat velen niet weten is dat in 1811 door Napoleon persoonlijk een decreet werd uitgevaardigd waarin de Hollandse steden Amsterdam en Rotterdam en meer het Noorden in de steden Dokkum en Emden, douane bureaus werden gevestigd.
Dokkum had daarbij een groot gebied onder zijn hoede. De prachtige website over dit onderwerp van J.J. Duforez over de Geschiedenis van de Douanes Imperiales zegt er het volgende over:
Bureau Dockum, controlerende gebieden: Dockum, De kusten van de Zuiderzee, beginnende bij Elburg, de kust van de Noordzee tot aan Delfzijl,de eilanden Terschelling, Ameland en Schiermonnikenoog.
Eind 1813 was het al gedaan met de Franse bezetting van o.a. Friesland, toen de Kozakken ons land bevrijdden. Zou Pierre Joseph Julien het hebben zien aankomen en zichzelf uit wanhoop van het leven hebben beroofd?

Update: Dokkum werd als douane-bureau waarschijnlijk al in 1812 ingeruild voor Groningen. Tresoar Inv.nr. 3.01.1.06.4. In en uitvoerrechten (douanes). Onder de directeur generaal van de douanes in Parijs stond een hoofddirecteur (directeur principal) in Amsterdam. Zijn ressort was verdeeld in vier sub directies onder leiding van een directeur. Eén van de standplaatsen was Dokkum, later Groningen. Deze directie omvatte de kuststreek van Elburg tot Delfzijl en de eilanden Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog. Tot de directie Groningen behoorde o.a. de inspectie Leeuwarden.

Update 2: Ons lid Reinder Postma reageerde:  De Fransen hadden ook een post op Oostmahorn, dat heette / heet immers in het Fries "de skâns' en dat komt omdat er o.a. nog altijd een kruitmagazijn uit de Franse tijd in de zeedijk zit, en denk eens aan de boeken: de smokkelaars van de schans, wel erg zwart wit geschreven als je het nu leest maar vroeger waren zulke boeken schitterend. En in Anjum woonde een smid : Rameau, was dat ook een afstammeling uit de Franse tijd?

Update 3:  In het Memori boeck over 1779-1826 van de Amelander Cornelis Sorgdrager zag ik dat het tussen 1811 en eind 1813 stikte van de Franse douaniers die huizen doorzochten op Ameland en soms Amelanders naar Holwerd stuurden.
Bv Den 6 Feb 1811 deed hier (en voorheen tot Nes) de Franse Dowanen huis besoek, van een gedeelte huisen in ons dorp. Zommige hebben cassen en kisten moeten openen, deselve hebben bij ons aan huis ook besoeking gedaan als nu werd de geheele lading van het op den 29 December 1810 gestrande schip, door de Dowanen, na Harlingen gevoert, door ons Eijgen veerschepen die daartoe gerequireert werden

Vrijdag den 15 December 1811 wiert alle huisgezinnen door de klerk en twee dienaars, de man of zoons van tusschen de 25 en 65 Jaren wie genoteert en ijder wiert gevraagt, of zij woude Loote, of betalen tot een man die daar toe bekost wierde, namentlijk om te dienen tot het Leger van kustbewaarders, wijl hier van Ameland, een persoon en een borg, gevraagd wierde.

Maandag den 8 October 1813 vertrokken de hier zijnde Dovanen, met Samt het bureau, heel Schierlijk, Die zedert den 20 junij 1813 hier geweest ware.
Den 17 November 1813 kwam hier heel onverwagt tijding over Holvert dat de Pruisen in Groningen en Leeuwarden waarden hetwelk hier op het land een ongemeende vreugde baarde, Het geroep Orange boven was ongemeen, De klokken luide, en de beweging was uitermaten Groot.

Zaterdag den 20 Novem 1813 kwam er een brief uit Lieuwaarden aan De Merre om een Russche tolk daar te komen, waar op Cornelis Cornelis Kat van Nes is heengereist. Zeeker is nu Lieuwaarden over.

vrijdag 15 februari 2013

Schrijfplankje te Dokkum uit tijd Bonifatius

Het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden bezit een dubbel houten schrijfplankje met houten schrijfstift; stilus. In 1986 werd deze bijzondere vondst in Dokkum gedaan die gedateerd is tussen 750 tot 900 na Christus. Het zou dus door iemand gebruikt kunnen zijn die aanwezig was bij de moord op Bonifatius in 754!
Middeleeuwse schoolkinderen leerden in ieder geval lezen, schrijven en een beetje rekenen. De school was vaak aan een kerk verbonden en het geloof vormde een belangrijk deel van het schoolleven. Leerlingen oefenden op houten schrijfplankjes die bedekt waren met was en soms fraai versierd waren aan de bovenkant. Ze krasten er met de scherpe kant van een schrijfstift letters in en veegden die uit met de brede kant. Op de schrijfplankjes schreef men notities, rekeningen, oefeningen en teksten zonder blijvend belang. Moest de tekst langdurig bewaard worden dan gebruikte men perkament. In de vijftiende eeuw verdwenen de wastafeltjes omdat schrijven op papier meer algemeen werd. Doordat schrijfstiften vaak werden verloren, worden ze tegenwoordig veelvuldig teruggevonden. Zie welke vondsten uit Dokkum er nog meer in de collectie van RMO zitten.

maandag 11 februari 2013

Scheepsmodellen en hun verhalen gezocht

Het Fries Scheepvaartmuseum in Sneek is op zoek naar niet-museale scheepsmodellen en hun makers. En aansluitend het verhaal achter het schip en de maker of eventueel bezitter.
Ik heb wel eens contact gehad met Herman Visser, een nazaat van een Moddergatster Visser die zich professioneel bezig houdt met het bouwen van modellen van echte oude schepen via Bart Historische Scheepsmodelbouw. Hij heeft diverse modellen gebouwd die door zijn voorouders bevaren werden. Dat zijn natuurlijk mooie voorbeelden die het ambacht van modelbouwen combineren met familiegeschiedenis. Maar er zullen ongetwijfeld meer sneupers zijn die een model van een schip in hun woonkamer hebben staan van een schip dat vader, grootvader of overgrootvader onder zeil had. Of gewoon omdat ze geïnspireerd zijn door de prachtige maritieme historie en als bewijs daarvan een model hebben laten maken of gekocht op een veiling.  
Meindert Seffinga, directeur van het museum, formuleerde het als volgt: Waarom hebben mensen thuis of in hun kantoor een scheepsmodel staan? Vrijwel altijd is daar een verhaal aan verbonden: wij hebben dat model laten maken omdat grootvader schipper was, daar lag de oorsprong van ons transportbedrijf, ik heb zelf op dat schip gevaren, et cetera. Met het model worden de verhalen gekoesterd, of de makers van de modellen. De emoties in die verhalen zijn soms zeer groot. Daar willen we voorbeelden van laten zien. Professionele of semi-professionele bouwers zoeken we dus niet zozeer. Het verhaal staat centraal en niet het model of de kwaliteit ervan.
Ongetwijfeld zullen veel mensen op de Waddeneilanden, zoals Ameland en Schiermonnikoog, een fraai exemplaar hebben staan. Herkent u zichzelf in dit beeld of kent u iemand die hier op lijkt? Stuur ons dan een email en wij brengen u in contact met het Fries Scheepvaartmuseum.

vrijdag 8 februari 2013

Verlies Amelander schilderij leidt tot vondst Fries zilver

Dinsdagochtend 5 februari 2013 brandde in alle vroegte de RK Clemenskerk te Nes op Ameland vrijwel tot de grond toe af. In 1878 werd de kerk na een inzamelingsactie onder de gehele Nederlandse (katholieke) bevolking gebouwd naar een ontwerp van architect Pierre Cuypers, die ook het Rijksmuseum en Centraal Station in Amsterdam ontwierp. Het is momenteel nog onduidelijk wat de oorzaak van de brand is, maar duidelijk is wel dat er met de dramatische brand ook een bijzonder schilderij verloren is gegaan. De media maakten daar gretig melding van gezien het mogelijk sensationele karakter.

Afgelopen zomer was ik tijdens een korte vakantie op Ameland in de gelegenheid om met ons lid Richard Kiewiet de kerk van binnen te bekijken. Zijn neef en koster Theo, die op dat moment net een woonruimte bij de kerk inrichtte maar tijdens de brand in Nepal zat, liet ons binnen en toonde waar een schilderij hing die op dat moment werd toegeschreven aan de Friese schilder Gerardus Wigmana. Deze katholieke Fries kende ik van het schilderij Maaltijd te Dokkum met tsaar Peter de Grote, waarover ik in De Sneuper 105 publiceerde. Ik nam dan ook de gelegenheid te baat om enkele foto's met mijn digitale camera te nemen. En omdat ik online een artikel in het blad De Zeventiende Eeuw had ontdekt over het schilderij, geschreven door kunsthistoricus Marten Jan Bok (eveneens lid van onze vereniging en stammend uit een Dokkumer familie van mast- en pompmakers), stuurde ik ook hem de foto's. Hij reageerde enthousiast omdat hij het nu voor het eerst in kleur kon aanschouwen. Eerdere analyses waren gedaan op basis van een vrij onduidelijke zwart-wit foto. Tevens plande hij een bezoek in om medio 2013 het schilderij ter plekke nader te bestuderen. Zijn theorie was namelijk dat het schilderij mogelijk een werk was van Hendrick ter Brugghen, een Utrechtse schilder. Bij het grote publiek is deze vrijwel onbekend maar de kenners beschouwen hem als een schilder die maar weinig onder deed voor een tijdgenoot als Rembrandt. Of het schilderij daadwerkelijk van zijn hand is is nu niet meer te controleren. Een eventuele hoge waarde is dan ook louter speculatief! In het septembernummer van De Sneuper (nummer 111), die een focus op Ameland zal hebben, zullen we (als een schrale troost) een artikel plaatsen dat nader op het schilderij en de kerk ingaan.

In het Metropolitan Museum of Art in New York hangt een ander werk van Hendrick ter Brugghen, dat sterke gelijkenis vertoond met het Amelander exemplaar.
Toen ik ontdekte dat dit schilderij in de online catalogus van het museum beschreven werd, deed ik ook even een zoekopdracht met het woord Dokkum. En warempel vond ik diverse stukken Fries zilver, waaronder lepels met initialen en bekers. Meestal stuur ik dan een mailtje naar Hessel de Walle, die op zoek gaat naar de namen en jaartallen bij de initialen en deze vervolgens in zijn database opneemt. Zijn nieuwe vondsten meldt hij via zijn Google-plus account. Zo zit daar bijvoorbeeld bij: een zilveren lepel uit de omgeving van Dokkum uit ca. 1655 toen Hessel Martens en Antje Pieters trouwden. En een lepel van zilversmid Wilke Doncker (1634–36) te Dokkum. Kan het hier om Taecke Fopkes gaan die in 1635 trouwde met Pietje Gabes?
Sinds kort heeft hij ook een bestand waarin je familiewapens kunt opzoeken op basis van enkele kenmerken, bv een klaver en een roos. Tezamen met het overzicht van Friese familiewapens op onze website is dat voor veel sneupers weer een prachtige bron!

dinsdag 5 februari 2013

Galjootschippers Bul uit Dokkum rond 1700

Vader en zoon Jan Pieters en Pieter Jans Bul waren eigenaar van een galjoot waarmee ze goederen door de Sont transporteerden. Vader Jan Pieters Bul was schipper op de Drie Kooplieden en zoon Pieter Jans Bul op de Jefta. In de Sonttolregisters wordt hun achternaam regelmatig gespeld als Bol of Boll, maar ook als (De) Bull.
Jan Pieters Bul voer tussen 1698 en 1705 zeker elf keer door de Sont, terwijl Pieter Jans Bul tussen 1698 en 1725 zeven keer door de Sonttol ging.
In 1709 wordt Pieter Jans Bul in het Lidmatenboek van de Remonstrantse Gemeente Dokkum vermeld met Annetje Hendriks, naaister, die in hetzelfde boek vermeld wordt als overleden op 31 mei 1717.
Zoon Bul hertrouwde te Dokkum (voor het Gerecht en de NH gemeente) op 19 december 1717 al weer snel als Pijtter de Bul of Bull, afkomstig van Dokkum, met Stijntje Jakobs, afkomstig van Dokkum. Opmerking : hij is schipper. In 1718 wordt hij als Bol grootschipper genoemd en in 1721 wordt hij als Bul bij de doop van wederom een zoon Jan ook grootschipper genoemd.
De bestemming van vader en zoon Bul was in vele gevallen Dantzig, het huidige Gdansk. Ook werd er wel gevaren op Koningsbergen, Duinkerken en Amsterdam. Op de heenweg door de Sont voeren ze met name met ballast maar op de terugweg met huiden, linnen, pijpenkoppen en vooral rogge.
Op 8 april 1699 komen ze voor in de Pondtolregisters van Elbing met erwten, gerst en rogge.

maandag 4 februari 2013

Gens Nostra 2013 in nieuw jasje

De NGV had al aangekondigd dat Gens Nostra een extreme make-over zou ondergaan. Afgelopen zaterdag viel hij op de mat. In plaats van het aloude A5-formaat is GN overgestapt naar A4 kleurendruk, in feite hetzelfde als we met onze De Sneuper een jaar geleden hebben gedaan.
De belangrijkste argumenten die genoemd worden zijn het toenemende gebruik van kleur, meer afbeeldingen die beter tot hun recht komen, en de flexibiliteit van de cover.
Meer interactie met de website hoort daar mijns inziens ook bij. Het eerste kleurennummer is nog wel een beetje dun en behoudend ontworpen (vrij donker). Maar al met al lijkt het mij een prima verandering!
In het eerste nummer van 2013 portretten van Willem Jelles Berg en Tietje Kneubel uit Borgercompagnie/Sappemeer.
Harmen Snel van het Stadsarchief Amsterdam stelt de vraag of een postume doopgetuige zou kunnen, gezien de diverse voorbeelden die er van zijn.
De vonnissen van het Alkmaarse schepengerecht (1517-1557) zijn gedigitaliseerd en getranscribeerd via de site van Regionaal Archief Alkmaar en wel specifiek het Correctieboek met Namenindex. Zelfs de Friese vrijheidsstrijder Grutte Pier wordt in de vonnissen genoemd! In een vonnis uit 1524 wordt hij Lange Pier genoemd, die een groep Gelderse huursoldaten leidde die in 1517 Alkmaar overviel.
Verder de bekende rubrieken en een artikel over GEDCOM en groepen in Aldfaer.
In de afdelingsbladen van de NGV nog enkele Noordoost-Friezen: GroninGEN, nr 3, sept 2012, Het pottenbakkersgeslacht De Vries met oudst bekende Sijtze Gerbens de Vries die te Blija ondertrouwde in 1721 met Frouk Freeriks. En in Threant (Drenthe), nr 4, 2012: Genealogie van Pijtter Andries (Dijkstra) uit o.a. Oostdongeradeel, Baflo en Coevorden.
Update: Uit enkele reacties op de NGV site blijkt dat diverse leden nog niet erg tevreden zijn over het eerste nummer.

zondag 3 februari 2013

Tovenarij en duivelbanners in tijdschrift Fryslan

‘Tsjoenders’ en ‘dúvelbanners’ zijn mystieke beroepen uit een verzonken verleden, maar ze zijn nog steeds onder ons! Ze noemen zich alleen anders. De lichtgelovigheid van veel mensen, in combinatie met soms wanhoop over lichamelijk mankement, is immers van alle tijden. Zijn de ‘tsjoenders’ (Yomanda, dr. Vogel) tegenwoordig veel geringer in aantal, hun schare aanhangers is vele malen groter. Tot een eeuw geleden had elk dorp, zeker in Friesland, wel zijn eigen wonderdokter. Klaas Henstra geeft enkele krasse voorbeelden en verklaart ook de oorzaken van hun succes. Met name de ‘wonderdokterende’ doperse dominee/boeren Wartena springen in het oog. Volkskundige Willem de Blécourt heeft veel onderzoek naar het verschijnsel gedaan en schrijft over wat de kranten er in de periode 1860-1910 over meldden. Hij vertelt ook welke bevolkingsgroepen bevattelijk waren.
Kerst Huisman heeft Laurens ten Cate lang van heel nabij meegemaakt en beschrijft bijzonderheden van diens soms gespleten persoonlijkheid. En dan is er nog het onooglijke Kromwâl, voor menigeen in de 16de en 17de eeuw het centrum van de wereld. Hier spelen trouwens doopsgezinden ook een opvallende rol, zo schrijft Hans Koppen.
In Parijs is technisch onderzoek gedaan naar ‘onze’ fibula van Wijnaldum en Nelleke IJssennagger concludeert voorzichtig dat Friesland in de Vroege Middeleeuwen deel uitmaakte van een wijder verbreid netwerk dan we tot heden dachten. De rode steentjes op de beroemde fibula van Wijnaldum hebben een exotische oorsprong. Het zijn almandijnen uit India.
Pastoor Jan van der Wal gaat later dit jaar een historische reis naar Rome maken, in het teken van de Friese geschiedenis. Einddoel is de Friezenkerk.
Het symposium van het Fries Genootschap liet felle geluiden horen over de toekomst van Friesland. Vooral Geert Mak was kritisch en riep op tot veel meer strijdbaarheid. Het dociele karakter nekt Friesland, als we niet oppassen.
Wèl strijdbaar, maar de eigen glazen ingooiend, was de Friese elite begin 17de eeuw. Ze vochten vooral onderling en slaagden er maar niet in, het eigen gewest met één krachtige stem te laten spreken. Ligt hier de kiem van de ondergang van Friesland als betekenisvol gewest? Hotso Spanninga wijdde er zijn promotieonderzoek aan. Het resulteerde in het boek Gulden vrijheid? Politieke structuur en staatsvorming in Friesland, 1600-1640.

Fryslân, het historische tijdschrift, editie januari 2013, is nu te koop!

Informatie bij de uitgever:
Van der Let & Partners Identity via 0513 - 654445 of mail naar info@vdlp.nl.
Informatie bij de redactie:
Siebrand Krul via 0513 622 915 of 06 22 95 52 10 of mail naar Siebrand.Krul@upcmail.nl