vrijdag 25 november 2011

Worp van Ropta (1504-1551), grietman van Oostdongeradeel

In Museum Martena in Franeker zag ik onlangs het portret van Worp van Ropta (1504-1551). Grietman van Oostdongeradeel. Staande, ten voeten uit, olieverf op paneel, hoogte: 195 cm, breedte: 100 cm.
De inscriptie en datum: Worp Ropta van wegen Römischer Keiserlicher Maiestaet Grietman over Doncardeel zra sue etates 38 ipsa die qua factum Aº 1542 den 20sten Octobris. Hij werd dus op 38-jarige leeftijd afgebeeld.
Worp van Ropta was een goed katholiek (de Reformatie had sowieso nog niet plaatsgevonden) en volgeling van keizer Karel V
Het schilderij is in eigendom van het Rijksmuseum, dat het begin 20e eeuw aankocht. Ook het bijzondere schilderij van Sophia van Vervou heeft het museum Martena in bruikleen.
Op de bel-etage staat de oudst bekende renaissancekast van Noord-Nederland, waarvan Worp waarschijnlijk de opdrachtgever is (zie foto hieronder).

Sneuper Simon Wierstra heeft de genealogie van de familie Ropta uitgezocht.

Werp van Ropta, ook Worp, geboren 1504 ?, overleden 28 nov 1551 *, begraven Metslawier ,grafschrift: Ropta B... Abinga Rep...
Ao 1551 8 novebr sterf de edele erentfest Worp van Ropta, keyer mat olderma Docku grietma i Dogerdel ZC Ao 1534 den 3 july sterf syn frau Wuyck van Abinga Anno 157. Ropta Eysinga Aebinga Japna (?) Meckem Erisma ...

Worp was de zoon van Focke Sybrens van Ropta en Graets van Eysinga (geboren Bolta, zie de uitleg op de video van Hilda Bouta).

Worp van Ropta woonde te Metslawier op Ropta en was grietman van Oostdongeradeel 1539/1551.

Beneficiaal Boeken 1543: Werp heeft bezit te Metslawier.

Toegang Tresoar 342-05,inv.42;verkoop van land aan Worp Ropta (1541).

Toegang 327-132,1367:Werp heeft in 1545 een geschil met Tjepck,weduwe van Jasper Aesgema.

Hof van Friesland 16481-166 d.d.20-12-1538:er wordt tegen hem en zijn zwager Frans een proces gevoerd door Gabbe van Scheltema.

Andere zaken voor het Hof van Friesland:
HvF 16688-35,312 (1534 en 1536).
HvF 16689-37,58,104,306,314,318,325,426,434,458,492,575,596 (1538/1548).
HvF 16690-43,94,172 (1550,1551).
HvF 16691-147 d.d.1557 en HvF 16692-258 d.d.12-12-1561: wijlen Werp Ropta en zijn erfgenamen.
Zijn naam en die van zijn eerste vrouw op een zerk te Metslawier (de Vrije Fries XXIII , pdf).

Worp was gehuwd (1) met  Bjuck van Aebinga, ook Wyve, overleden 3 jul 1534 *, begraven Metslawier,grafschrift, dochter van Sjoerd van Aebinga en Bets van Mockema, ook van Humalda.

Uit dit huwelijk:
           1   Cunira van Ropta, overleden 5 mrt 1555 *, begraven Metslawier, grafschrift
Zie grafschrift Metslawier met haar kwartieren Ropta,Eysinga,Aebinga,Mockema: Hier ist dbegronus der edel und gestreng her Christof v Sternsee r.k..m. mov zu Harlige starf ao 1560 de 1 febrij
Hier ist d begronus der vrau Kunera va Sternsee en dohter va Ropta starf ao 1555 de 5 mart
Dolochero Hayen
Sternsee Sigesdorf
Eisinga Mokema
Ropta Abinga
Anno 1637 den 4 januarij is gesturven den eedlen eersame gestreng her Bocke va Sternsee out 64 iaer en leit hier begraven. Anno 1641 den 20 aprilis is gesturven de eedle eerbare fraue Catharina van Heerma sijn huisfrou out in haer 63 jaer en leit alhier begraven

Met Cunira stierf het geslacht Ropta uit.

Toegang 347-1045:inventaris van de goederen van ....Ropta,echtgenote van Chr.van Sternsee (1550).
Toegang 347-679:Kinsck van Ropta,weduwe Hermana,schenkt haar goederen aan de kinderen van Christiaan en Cunira (10-12-1565).
Cunira was gehuwd met Christoffel van Sternsee, afkomstig uit Duitsland, overleden 1 februari 1560, begraven te Harlingen of Metslawier ?, grafschrift in beide plaatsen.
Olderman en drost van Harlingen en ook grietman van Barradeel 1553-1556.

Worp was gehuwd (2) met  Anna Georgesdr Schenck van Toutenburg, dochter van George Schenck van Toutenburg.

Update, via Hilda Bouta:  De oudere mensen van Oost-Dongeradeel zullen het schilderij wel herkennen. Een kleinere copy van het originele schilderij van de schilder Bouke van der Sloot hing nl. in het Gemeentehuis van Oost-Dongeradeel te Metslawier. Deze copy was in 1953 aan de Gemeente geschonken door Mr. Meindertsma uit Zutphen, die in Ee gewoond had. (gegevens uit 'Metslawier van Toen' G.Jongeling, 1982)
De vrouw van Worp Ropta, Wuijck of Biuck Aebinga, is trouwens een achterkleinzoon van Sjoerd Aebinga van Blija en Beijts BOLTA. Sjoerd Aebingha van Blija tr. Beijts BOLTA
zn: Andlof Aebingha               tr. Saepk NN , zijn 2e huwelijk
zn: Syurd Aebingha                tr.Beits Mockema (Humalda), zijn 1e huw; later hertrouwd met Beits Sybesd. Scheltema
dr:  Biuck (Wuyck) Aebingha   tr. Werp Ropta
Update 2: Inmiddels is een discussie ontstaan over de vraag of Worp van Ropta wel echt een geboren Ropta is!  Zijn zuster Sjouck is ook geboren 1504 op basis van leeftijd bij overlijden. Zijn beide kinderen soms uit het eerste huwelijk van Graets Bolta met Worp Tjaerda van Starkenborg?  Bovendien wordt Worp Tjaerda van Starkenborg nog in 1505 vermeld op de lijst van Friese edelen. Simon Wierstra en Hilda Bouta zullen dit nader onderzoeken.

woensdag 23 november 2011

Apotheek Baas, Apotheker aan de Zijl van 1882 tot 1947

De apotheek van Baas was gevestigd in het oude Blokhuis aan de Zijl, in het centrum van Dokkum.
Het is heel goed mogelijk dat hier in de 17de eeuw ook al een apotheker zat, namelijk Abe Hendrik Dekema (geboren 1650).

Rond 1875 waren er minstens 4 apotheken in Dokkum.
K.D. Baas volgde Boekhout op, die van 1868-1882 apotheker was op de Zijl. Baas overleed in 1947 en werd opgevolgd door dr. P. Gunster (deze overleed in 1969).

Poppenhuis
Baas maakte voor zijn kleindochter een poppenhuis in de jaren 1928-31. Er zijn weinig grote poppenhuizen uit de eerste helft van de 20ste eeuw bewaard gebleven in Nederland. Deze is des te interessanter, omdat Baas ook zijn apotheek in miniatuur uitbeeldde.
Apotheker Baas had als uithangtekens een hertenkop met gewei en een aantal losse geweistangen. Dit trof men vaker aan bij apotheken, vooral in het noorden des lands (zie de voorbeelden in de database van het Fries Scheepvaartmuseum).

Van het oude pand zijn ook nog mooie oude foto's van interieur en exterieur.

Uit het persbericht in 2008 van het Admiraliteitshuis:
Toevallige vondst in archief museum het Admiraliteitshuis
Gedicht over apotheek past goed bij expositie over ‘Pillen, Poeders en Parfums

Van 1 maart t/m 17 mei (2008) is de tentoonstelling ‘Pillen, Poeders en parfums, geschiedenis van drogisterij en apotheek in Dokkum’, te zien in museum het Admiraliteitshuis in Dokkum.
…..
Tot de belangrijke stukken behoort ook het poppenhuis, dat omstreeks 1930 door apotheker K. Baas gemaakt werd voor zijn kleindochter Annet. Het poppenhuis is een kopie van zijn apotheek annex woonhuis (nu het Blokhûs op de Zijl). Een vergrote foto erbij uit ongeveer dezelfde tijd laat twee van de apothekersassistenten zien, onder wie juffrouw Engels, bij de toonbank van de apotheek.
Toevallig werd er door een van de museummedewerkers een gedicht gevonden over deze apotheek in het archief van het museum. Het gedicht is geschreven door Mw. T. E. Douma – de Vries en luidt als volgt.

OUDE APOTHEEK – Anno 1622
Bij jou voorname oude gevel
paste een oud voornaam beroep.
Een huis met sfeer en allure.
Souterrain en hoge blauwe stoep.
Met ontzag ging je daar naar binnen.
Daar maakte men poeders, drank en pil.
Soms mocht je daar wel eens op wachten;
dan volgde je alles aandachtig en stil.
Juffrouw Engels, met kom en vijzel
of langdurig schuddend met een drank.
Rood stond het kacheltje te gloeien.
Je zoog op een dropje en zat op een bank.
Een andere wit geschorte juffrouw
was met een weegschaaltje in de weer,
Vouwde de poeders in papiertjes.
En Ka - De – Baas, dribbelde op en neer.

Oude vertrouwde Apotheek van vroeger.
Het was zo eenvoudig knus en klein.
Met heimwee zie ik jouw oude gevel.
Zoals het was, zal het nooit meer zijn.

Met dank aan Ihno Dragt, directeur van Museum Admiraliteitshuis te Dokkum.

zaterdag 19 november 2011

De galg van Ezumazijl

Professor Hans Mol publiceerde in 2006 in De Vrije Fries een artikel genaamd Galgen in
laatmiddeleeuws Friesland.
Voor 1515, het jaar dat hertog Georg van Saksen zijn autoriteit over de Friese landen overdroeg aan Karel V van Habsburg, moeten er minstens 40 galgen in Friesland tussen Vlie en Lauwers gestaan hebben.
Hoewel de middeleeuwse Friese wetten, opgetekend in de Lex Frisionum, de uitzonderlijke situatie van Friesland beschrijven waar moord kon worden afgekocht in plaats van vergolden, werden ook hier misdadigers op duidelijk zichtbare plaatsen opgehangen. Dit ter afschrikking en waarschuwing vaak langs een drukke weg of op een verhoging in het landschap. Met name in de steden was er nog een afzonderlijke galg waar de executie plaatsvondt en een galg/platform waarop de gehangenen nog tijden tentoongesteld werden, tot ze totaal verrot en opgegeten waren door vogels en andere dieren. Een van de bekendste plekken met galgen buiten Friesland was de Volewijck, aan de noordoever van het Amsterdamse IJ. Galgen stonden vaak naar het noorden gericht en meestal ook nog buitendijks, letterlijk buiten de gemeenschap geplaatst, op de grens van land en water.
Mol heeft bij zijn onderzoek uitgebreid gebruik gemaakt van het Friese Historisch-Geografisch Informatiesysteem (HISGIS), veelal door te zoeken naar topniemen met het woord galg in combinatie met een logische plek en literatuuronderzoek. Een van zijn bronnen is de kroniek van de Ommelander edelman Johan Rengers van Ten Post die rond 1585 o.a. ooggetuige Wittie Douwes uit Anjum citeert over de galg in Kollumerland nabij het gefortificeerde huis van edelman Sippe Meckema. Rengers was overigens een fel pleibezorger van een onafhankelijke status van de Ommelanden t.o.v. de stad Groningen. De Ommelanden waren volgens hem duidelijk Fries gebied, terwijl Groningen in wezen een Drentse handelsplaats (aan het einde van de Hondsrug) was.
Maar de duidelijkste beschrijving van de plaats van een galg door Johan Rengers was die van Oostdongeradeel: iets ten noorden van Ezumazijl (kaartje), op land achter de dijk langs de Lauwerszee, dichtbij een wateruitlaat.
Leest u het hele verhaal online (in de Engelse vertaling) over Gallows in Late Medieval Frisia.

woensdag 16 november 2011

Vrijdag 18-11 Friezendag in Tresoar over 1811

Tresoar staat dit jaar stil bij een aantal gebeurtenissen uit 1811; het jaar waarin de Burgerlijke Stand is ingevoerd. Alle aanwezige inwoners van Friesland die in dat eerste jaar zijn aangegeven bij de Burgerlijke Stand zijn verzameld op www.fryslan1811.nl. Op deze site kunt u uw eigen stamboomgegevens koppelen aan een geboorteakte uit 1811 en zo een stukje van uw familiegeschiedenis bij elkaar puzzelen.

Hoe zit het bijvoorbeeld met uw familienaam? Is het afgeleid van een patroniem, een kenmerk of een toponiem? Een kijkje op de site van het Meertens Instituut over achternamen leert u ook vaak meer en geeft de geografische verspreiding van uw naam in Nederland.

In het online bestand van Tresoar zitten 4151 geboorte-acten van mensen die in 1811 geboren zijn. Als er ook een familielid van u bij zit kunt u de digitale genealogie-puzzel vanaf dat punt naar u zelf terugleiden.
Leest u ook de artikelen over de Universiteit van Franeker (die in 1811 ophield te bestaan) en de Acte de Francisation en monsterrol uit 1813 van de tjalk La Femme Doetje.

maandag 14 november 2011

VOC, Dokkum en India aan bod tijdens lunchlezing

Sneuper Bauke van der Pol attendeerde ons op een lezing in Dokkum op woensdag 11 januari 2012. In het bekende Hotel-Restaurant De Posthoorn aan de Diepswal zal Van der Pol spreken over de relatie tussen de VOC en Dokkum. De cultureel antropoloog komt al meer dan 35 jaar in India.
Nu weten de trouwe lezers van dit blog en ons verenigingsblad De Sneuper wel dat de Dokkumer band met de VOC vrij uitgebreid was maar er komen nog regelmatig nieuwe feiten boven water.
De lunchlezing in Dokkum gaat oa over drie Canter Visschers die carrière hebben gemaakt in India. Over de Dokkumer dominee Jacobus Canter Visscher publiceerde Van der Pol al de Mallabaarse brieven.
Maar het gaat ook over de VOC in India in breder verband. Op 22 oktober j.l. is zijn nieuwste boek De VOC in India aangeboden in het Nationaal Archief aan de Indiase ambassadeur in Nederland.

In het boek is ook een verhaal met foto’s te zien van één der grootste grafmonumenten van een ‘Fries om ûtens’: Tammerus Canter Visscher (zie foto). Tammerus was ‘secunde’, de tweede man, van het VOC-gewest Bengalen.
Hij is in dit grafmonument begraven in 1778. Het neoclassicistische grafmonument is te vinden op de
Nederlandse begraafplaats in de plaats Cassimbazar, dat aan de Ganges ligt (Bengalen).
 Noteert u dus alvast in uw agenda: woensdag 11 januari 2012, Lezing VOC, Dokkum en India door Bauke van der Pol, Posthoorn, Dokkum.
Voor € 10,- per keer kan men deelnemen, lidmaatschap is niet nodig. De ontvangst met koffie en wat lekkers is tussen 11:30 en 12:00 uur. Daarna is de lezing. Om ongeveer 13:00 uur volgt er een lunchbuffet met altijd iets warms.

Als u meer over de VOC en India wilt weten volg dan de nieuwe website van Bauke van der Pol (nog in ontwikkeling).

vrijdag 11 november 2011

Foto's voor boek over NFLS gezocht

Sinds 2002 is de heer Kleijne samen met een aantal mensen bezig met een uitgebreid standaardwerk over trein, tram, de bootdiensten en de bus in Noord-Friesland. De spoorlijn van de Noord Friese Lokaal Spoorweg (NFLS), beter bekend als het Dokkumer Lokaaltje, valt daar dus ook onder.
Momenteel is het manuscript in concept gereed en telt rond de 500 pagina's getypte tekst (inclusief bijlagen). Ter illustratie is hij op zoek naar meer foto's. Dan gaat het met name om foto's uit particuliere collecties die niet online staan. Uiteraard is gekeken naar online bronnen als het Fries Foto-archief en beeldbank Cultureel Erfgoed.
Heeft u dus nog wat mooie oude foto's liggen, maak dan een scan en stuur het op naar O. Kleijne ,telefoon: 033-4805437 (na 20.30 uur). Hij zal u dankbaar zijn!

woensdag 9 november 2011

Vele handen maken licht archiefwerk

In het Stadsarchief Amsterdam werd afgelopen donderdag een bijeenkomst gehouden over het project Vele Handen. Dit project beoogd het publiek te betrekken bij het toegankelijk maken van archiefbronnen. In dit geval het indexeren van de Militieregisters op naam, geboortedatum en geboorteplaats (inclusief die van Friesland). Dat wordt tegenwoordig met een mooi woord crowdsourcing genoemd.
Steeds vaker wordt het bij het financieren van projecten ingezet, hoewel het dan eigenlijk crowdfunding heet. Zo kon je recent, eveneens in Amsterdam, een stukje van het weer tevoorschijn gekomen mega-schilderij met de intocht van Napoleon adopteren. De bij elkaar gebrachte gelden financieren dan de restauratie door het Amsterdam (Historisch) Museum.

Ook bij het Streekarchief in Dokkum wordt aan crowdsourcing gedaan, hoewel nog een beetje op een wat ouderwetsere manier. Om de archieven van de mairiën te ontsluiten (de Franse tijd 1811-1816, zie tweede deel van gelinkte artikel voor wat geïndexeerd wordt) is op uitnodiging van de streekarchivaris een werkgroep geformeerd uit met name leden van onze vereniging. Zij hebben een bijeenkomst gehad op het streekarchief voor nadere uitleg over het project. In de komende tijd zullen met name indexen gemaakt worden van de beschikbare stukken, deels door gedigitaliseerde bestanden die vanuit huis bekeken kunnen worden. Daardoor kunnen ook vrijwilligers die wat verder van Dokkum af wonen aan het project deelnemen. De resultaten zullen via de website van het streekarchief te raadplegen zijn. Zelf heb ik nog niet zo lang geleden deze mooie archiefbron gebruikt om een artikel te schrijven over Kozakken in Noordoost Friesland in 1813 (Sneuper 98, September 2010). Dat gaf een mooi inkijkje in hun bewegingen en verteringen (veel drank!) die ze onderweg namen. Toen nog zonder index maar met behulp van ons erelid Reinder Tolsma.
En dat, beste sneupers, allemaal vrijwillig om het u vanuit de luie stoel makkelijker te maken om interessante zaken in het archief te vinden! Een applausje waard!

Update: Het blijkt dat er op dit moment (13 november 2011) nog geen Friese Militieregisters zijn verwerkt. De Friezen die u wel vindt zijn merendeels ooit verhuisd naar Amsterdam en daardoor al wel zichtbaar.

zondag 6 november 2011

Tentoonstelling 200 jaar familienamen in Noordoost Friesland

Via onze actieve sneuper Paul Hillebrand kregen we bericht over een nieuwe tentoonstelling in het Streekarchief te Dokkum: 200 jaar familienamen in Noordoost Fryslân.

In 1811 besloot Napoleon dat iedereen een familienaam moest hebben. Sommigen hadden die wel, maar de meeste mensen in Fryslân waren alleen bekend en gekend met hun voornaam in combinatie met de voornaam van zijn of haar vader. Na bekendmaking van het besluit werden de gezinshoofden zich geacht te melden bij de maire, die hun gekozen familienaam noteerde. De invoering van deze Franse maatregel leidde soms tot merkwaardige keuzes en gevolgen.
De tentoonstelling in het Streekarchief geeft aandacht aan die opvallende keuzes en gevolgen aan de hand van een aantal voorbeelden uit de Burgerlijke Standregisters en bevolkingsadministratie. Getoond worden voorbeelden van protestnamen, wensnamen, dubbele namen (aan de hand van de echte naam van Nynke van Hichtum: Bokma de Boer) en enkele andere opmerkelijke zaken uit de Burgerlijke Stand, zoals naamgeving van een kind door een alleenstaande moeder.
De tentoonstelling is in de studiezaal van het Streekarchief aan de Brokmui te Dokkum en tijdens openingsuren van archief en bibliotheek gratis toegankelijk.
Online kunt u alvast de Beeldbank bekijken, nu met nieuwe oude foto's uit Achtkarspelen en Ferwerderadeel.

donderdag 3 november 2011

Levensloop van de Friese kooiker Jacob Bodes

De nieuwste publicatie van eendenkooienkenner Gerard Mast gaat over de kooiker Jacob Bodes (ca 1689-ca 1755). Hij hield in Engwierum een eendenkooi, aan de Lauwerszee, waarmee hij in een topjaar zo'n 15.000 war gevangen moet hebben. Een war is gelijk aan éen wilde eend, of twee smienten of drie talingen. Aan de cover van het boekwerkje met kleurenfoto's is duidelijk te zien hoe de vorm van een Friese eendenkooi sterk leek op die van een roggen-ei. Op de cover staat de Engwierumer kooi, op oude kaarten vermeld als vogelkooy. Via Google Maps is nog duidelijk in het landschap te zien hoe opeens middenin de weilanden twee ronde vijvers opduiken, omringd door bomen. Er vlak boven ligt de zijl waar ik mijn achternaam aan ontleen: Ezumazijl.
Jacob Bodes was de zoon van Radbodus Radbodus (Bode Bodes) en Ympk Jacobs uit Driezum. De vader van Ympk was Jacob Paulus, die rond 1680 de eendenkooi van Lies op Terschelling huurde. Haar oom Dirck Paulus was kooiker in Dantumawoude en diens zoon Paulus stichtte in 1700 een nieuwe kooi op Schiermonnikoog.
In 1712 huurt Jacob Bodes te Teard onder Anjum 2 kooien, van de weduwe Schwartsenberg en notaris Bergsma, op www.hisgis.nl aangegeven iets ten westen van Ezumazijl. Met zijn vrouw Trijntje Martens krijgt hij 5 kinderen tussen 1713 en 1720. In 1717 bouwt Jacob, vlakbij een bestaande zeekooi aan de Lauwerszee, een nieuwe eendenkooi op het land van bijzitter Gerrit Sakes Botma. De pech slaat toe als eind 1717 de beruchte Kerstvloed de behuizinge bij de kooi goeddeels vernield. Hoewel Trijntje in 1725 overlijdt bouwt Jacob de kooi bij Engwierum sterk uit tot zes vangpijpen. Jacob Bodes bouwt blijkbaar een goede reputatie op want als gezant jonkheer Willem van Haren in 1753 te Brussel een verzoek van de keizer uit Wenen krijgt om iemand te vinden die goed eenden en snippen kan vangen komt deze uiteindelijk via de Harlinger koopman Sjoerd Talma bij Bodes terecht. Jacob wordt uitgenodigd om, tegen een mooie vergoeding, op een landgoed nabij het huidige Bratislava een eendenkooi te bouwen! Van de prachtige, bewaard gebleven, tekeningen staan kleurenafdrukken in het boek. Tegenwoordig is helaas weinig meer over van de ooit imposante eendenkooi van Kopcsany. Meer details over de speurtocht van Gerard Mast en zijn vrouw Joke vindt u in het boekwerkje dat u per email bij hem kan bestellen. Per post toegestuurd kost het 12 euro. De index vindt u in het eerdere artikel over dit boek.