maandag 30 juni 2008

Molens in Dongeradeel krijgen restauratiesubsidie

Vandaag las ik dat de molens in Nederland van minister Plasterk van OCW 11 miljoen euro restauratiesubsidie krijgen. Ik was benieuwd of daar ook Friese molens tussen zaten, dus keek even op de website van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM). En ja hoor, er zaten een paar tussen. Zo krijgt Korenmolen De Eendragt in Anjum €96.340,- en Korenmolen Zeldenrust in Dokkum zelfs €160.515,-
Met de Historische Vereniging Noordoost Friesland brachten we eens een bezoek tijdens de ledendag aan de molen in Anjum, waar een leuke tentoonstelling van foto's was en we op de zolder uitleg kregen over het maalproces en de werking van de molen. We hebben er nog 2 filmpjes van op YouTube staan, zie hier en hier. De molen werd jarenlang gerund door de familie Turkstra (zie de foto), van wie de afbeeldingen in de molen hangen. Oorspronkelijk kwam deze familie uit Bergum, waar in 1811 ook de naam werd aangenomen door Rients Annes en zijn kinderen.
In De Sneuper zult u regelmatig artikelen aantreffen over de historie van molens in Noordoost Friesland van de hand van ons lid en molenkenner Warner B. Banga.
Zie ook het bericht in het Friesch Dagblad.

zondag 29 juni 2008

Genealogische en historische blogs

Sinds eind januari 2008 zijn we bezig met dit blog van de Historische Vereniging Noordoost Friesland. In de afgelopen maanden ben ik diverse blogs tegengekomen die ook genealogie en historie als onderwerp hebben. Die deel ik natuurlijk graag met jullie.
Als eerste een heel uitgebreid en breed blog van Erik Hennekam, http://archieven.blogspot.com , niet altijd even interessant maar wel zeer informatief. Het blog van Bob Coret, http://blog.coret.org/, gaat meer in op de technische mogelijkheden en kansen van online genealogie en historie. De frequentie van nieuwe artikelen is hier weer wat laag.
Richard Keijzer heeft een geneaweblog dat zowel Amsterdam als Friesland regelmatig onder de aandacht brengt op http://geneakeijzer.blogspot.com/. Ook Douwe Halbesma publiceert, op een gedeelte van zijn blog, leuke verhalen over Dantumadeel en omgeving.

De Linschoten Vereeniging heeft een aardig blog over de reisbeschrijvingen die ze publiceren uit met name de VOC en WIC-tijd op, Reys Gheschrift.
Een vrijwilliger van de Bataviawerf in Lelystad houdt een blog over Maritieme Historie bij.

De genoemde blogs geven een aardig beeld van de variatie die je kunt hebben in het gebruik van onderwerpen en lay-out (wel of niet veel plaatjes, tekstlinks etc.). Als u suggesties voor andere blogs in dit genre heeft, laat dan een bericht achter bij dit artikel.

dinsdag 24 juni 2008

Historische architectuur

Het kan niet op de laatste tijd met boeken over historische onderwerpen in Noordoost Friesland. Deze keer aandacht voor de historische architectuur. Nog niet zo lang geleden werd een boek gepubliceerd over de Rinsma State in Driesum, waarvan Sneuper-lid Jouke Dantuma een van de auteurs was. In het kader van de aankoop en restauratie van de state door de bekende Dirk Scheringa werd de geschiedenis in kaart gebracht. De vrouw van Dirk, Baukje de Vries, komt uit Driesum en ze zijn ook in de state getrouwd. Dirk is zelf geboren in het Groningse Grijpskerk, nabij de Friese grens, en zijn vader komt uit Kommerzijl. Toevallig ook de plaats waar mijn vader is opgegroeid en naar school ging. Martinus Jongsma publiceerde de kwartierstaat van Dirk Scheringa.

Jaap van der Boon publiceerde een boek over De Schierstins in Veenwouden. Deze unieke torenstins is omringd met prachtige verhalen. Het Friesch Dagblad schreef een mooie recensie over deze uitgave van de Stichting De Schierstins. Een extra reden om eens een kijkje te gaan nemen op een aangename weekenddag.

Direct verbonden met historische gebouwen zijn de oude gevelstenen. De aan onze vereniging gelieerde Stichting Historia Doccumensis publiceerde onlangs Gevelstenen in Dokkum. Ooit werd al door onze redacteur Eimert Smits en zijn zoon Wiep-Klaas een reeks artikelen over deze gevelstenen gepubliceerd in de Sneuper, maar nu zijn ze dan ook eindelijk in boekvorm verschenen. Onze leden Jelle Arjaans en Warner Banga zijn de auteurs.
Over gevelstenen gesproken: onlangs kocht ik het boek Gevelstenen van Hans 't Mannetje (zo heet hij echt!). Deze man maakt nieuwe gevelstenen op echt ambachtelijke wijze. Prachtig om te zien en over te lezen. Veel leesplezier gewenst!

zondag 22 juni 2008

Overstromingen in Friesland door de eeuwen heen

Friesland is van oudsher al een gebied waarin door de bewoners met de getijden rekening werd gehouden. Men woonde dan ook bij voorkeur op een verhoging in het landschap, de terp. Inmiddels zijn vele om hun vruchtbare grond afgegraven, waarbij ook mooie vondsten zijn gedaan.
Plinius, een Romeinse geschiedschrijver schreef al over de Friese terpen rond 50 na Chr. Toch zijn ook deze regelmatig overstroomd.

Ouderen onder ons zullen zich de watersnoodramp van 1953 in Zeeland nog herinneren. En recent de (kleine) overstroming op 1 november (Allerheiligendag!) 2006 waarbij een kudde paarden in Marrum geïsoleerd werd en op heroïsche wijze werd bevrijd. Zelfs CNN stuurde een filmploeg. Als nu de dijken in Friesland zouden doorbreken zou de halve provincie onder water staan.

De meest recente echt zware overstroming van Friesland dateert van 1825. Het begon al met een zeer natte herfst in 1824 en een hoge stand van de Zuiderzee. Begin februari 1825 teisterde een noordwesterstorm de lage landen en braken op vele plaatsen de dijken door. Van Sneek tot Meppel stond de boel onder water. Het eiland Schokland werd geheel overspoelt. Doeke Wijgers Hellema doet er in zijn Kroniek van een Friese boer uitgebreid verslag van. Direct gevolg van de overstromingen was ook dat in 1825-1827 allerlei ziektes uitbraken, waaronder malaria en cholera. Ook jonge mensen stierven massaal. Als gevolg van de ondraaglijke stank en gebrek aan hygiëne werd ook het begraven in de kerk voortaan verboden.

Wat verder terug in de tijd komen we bij de Kerstvloed van 1717. Ook toen verdwenen grote delen van Noord-Nederland onder water. De inmiddels bekende graaf Clancarty werd van zijn overspoelde eiland Rottumeroog verdreven.

In december 1703 werd de kust van Noord-Friesland getroffen door een stormvloed die met name in Engeland en Wales had huisgehouden.

In 1686 waren in Friesland diverse dijkdoorbraken, wielen genoemd. Reinder Tolsma schreef er in Sneuper nr.6 een artikel over.

Van de Allerheiligenvloed van 1/12 november 1570 zijn nog diverse zaken ter gedachtenis achtergebleven, zoals de aantekeningen die in Tresoar bewaard zijn over het aantal slachtoffers in Dokkum en Workum. In de grietenij Metslawier verdronken alleen al 1801 mensen. Een gedenksteen aan de buitenmuur van de Hervormde kerk te Metslawier bewaart er nog de herinnering aan: ‘Anno 1570 op aldarheilige dach savens is het Water hier in der kercke hoech West 1 Voet en de sijn fardroncken indese gritenije 1801 mensken’. In Ee kwamen toen overigens 130 mensen om en in Anjum 536 mensen. Ezumazijl werd zelfs geheel overstroomd.

Een grote overstroming die eigenlijk heel het gebied van de lage landen trof was de Elizabethsvloed in 1421.

De Marcellusvloed in 1362 en 1219 teisterde de vesting Ezonstad bij Anjum. Niet veel later werd het plaatsje definitief ontmanteld.

In 1703 publiceerde Tobias Gutberleth de door de Friese geschiedschrijver Simon Abbes Gabbema beschreven Nederlandse Watervloeden, met name tussen 860 en 1703.

woensdag 18 juni 2008

Recht van zwanenjacht in Friesland

Je kunt het je tegenwoordig nauwelijks voorstellen als je de imposante witte zwanen in de lucht of op het water ziet, maar in vroeger tijden werden ze als delicatesse gegeten! Net zoals het vangen van eenden via eendenkooien was het vangen van zwanen de gewoonste zaak van de wereld.

In de middeleeuwen waren in Holland de graven degenen die het recht hadden om op zwanen te jagen. In Friesland lag het wat anders omdat daar zowel de edelmannen als vrije boeren (eigenerfden) het recht hadden zwanen te houden. In 1399 werd in het zoen van Albrecht van Beieren met de Friezen vastgelegd dat 'elc man zwanen ende Vogelen te houden nae synre genuechte'. Rond 1500 stelde Albrecht van Saksen de eis dat 'alle die swaenen den hertog zouden worden toegewezen' maar daar gingen de Friezen niet mee akkoord. Wel wordt voor het eerst een pluimgraaf aangesteld die toezicht moet houden op de zwanenhouderij.

In de Zuidwesthoek van Friesland was de zwanenhouderij iets van de gewone man maar in Oostergo hadden alleen de edellieden het recht. De jurist Botte van Holdinga uit Anjum schreef tussen 1564 en 1570 in zijn 'De origine antiquitate et situ Phrisiae' dat de families Cammingha, Eisinga, Tjaerda en Holdinga de rechten daar in handen hadden. Leest u er het aardige Friese boekje van Tsj. Gs. de Vries 'It boek fan de swan, swannejacht en swannemerken yn Fryslan' maar verder op na. Zoals gezegd werd in het westen van Friesland op veel grotere schaal aan zwanenjacht gedaan. In Noordoost Friesland hebben we maar enkele voorbeelden:
- Burgum: Groustins state, Sminia
- Dantumawoude: Botnia state, Donia state
- Driesum: Rinsma state (overigens in eigendom geweest van Dirk Scheringa)
- Anjum: Holdinga state
- Hallum: Tjaerda
- Ee: Obma state (3 juli 1766: Finale palmslag van Obma-State, een heerlijke boerehuizinge met vrije zwanejacht te Ee, thans in huringe bij Tiete Jans. Kroniek van Friesland, G. Wumkes.)
- Rinsumageest: Eisinga state, Tjaerda state

In Tresoar liggen nog diverse zwanenboeken, waarin prachtige afbeeldingen staan van de merken op de zwanenpoten en snavels die elke eigenaar op zijn eigen manier, als een soort huismerk, aanbracht. Hiermee kon worden vastgesteld wie de rechtmatige eigenaar was. In de schatkamer van Tresoar staat een voorbeeld uit het zwanenboek uit 1529 van pluimgraaf Nicolai.

Onder inventarisnummers 304 en 305 zijn er ook nog andere zwanenboeken, meestal van recentere datum, bij Tresoar aanwezig. Deze zijn gedeeltelijk in bezit van het Fries Genootschap. Welhaast alleen met merken uit Westergo.

Zo is er nog:
- een boekje dat eigendom is geweest van Goslick Heerma, grietman van Wonseradeel, anno 1574.
- Een boekje van Barthold Tjaerda van Starkenborgh, anno 1635.
- Een boekje met als titel 'Swaene-boeck Anno 15..' met merken van Tjerk en Pieter van Heerma en Burmania.
- Een in perkament gebonden boekje van 22 pagina's met als titel 'Swane Boeck'.
- Een door Frans Machet ondertekend boekje uit het Eysinga archief, anno 1638.
- Het jongste zwanenboek van 55 pagina's is er een met als laatst ingeschrevene J.M. van Beyma thoe Kingma, die in 1847 overleed. De familie Kingma heeft vanwege het zwanenrecht ook een zwaan in het familiewapen en is gelieerd aan de familie Fogelsangh.

In het aardige boek Vincken moeten vincken lokken: vijf eeuwen vangst van zangvogels en kwartels wordt gemeld dat de populariteit van zwanevlees taande door de zware verteerbaarheid.

In een door Anny Bokkinga gemaakt overzicht van Pensiën, komt voor in Deel 1 (2654) 1592-1595, Gedeputeerde Staten, GF 50: Hidde Frericx zn, opzigter van de swanejachten te Westergoe, 12v, 15, 15v.
Als illustratie verwijs ik graag naar een van de mooiste schilderijen in het Rijksmuseum te Amsterdam, De bedreigde zwaan, van Jan Asselijn.


Update: Reinder Postma meldt bij het zwanenrecht nog de volgende aanvulling:
De familie Fogelsangh in Burum (op Eisingastate) en in Veenklooster op Fogelsanghstate hadden ook het zwanenrecht. In het Fries museum is nog een originele zilveren zwanenring met het wapen Fogelsangh (1647) aanwezig. Het aardige is dan ook nog eens dat daarop een zwaan staat afgebeeld. Lees het boek van Reinder Postma, Douwe van der Meer en Kees Kuiken over de familie Fogelsangh en hun zwanenrecht, Van Fûgelsang tot Fogelsanghstate.

Update: bericht in de krant van zaterdag 5 juli 2008: Koningin Elizabeth laat de derde week van juli de zwanen langs de Theems weer tellen. Een overblijfsel van het recht op zwanenjacht !

Zie ook Genealogysk Jierboek 1994 pag. 91 e.v. Zwanenrecht/jacht. En het proces om de "Broeckster Jacht". Hein Walsweer, De Broekster Rouckema's, "Desen allen ende meer anderen".

zondag 15 juni 2008

Oer de Seedyk in Moddergat groot succes

Drie avonden achtereen, van 12 t/m 14 juni, werd aan de waddenkant van de zeedijk in Moddergat het theaterspektakel Oer de Seedyk opgevoerd. Vlakbij museum Fiskershuske en het monument op de dijk voor de 83 slachtoffers van de zeeramp van Moddergat in 1883 werd het Requiem met vele vrijwilligers en levende have een groot succes.

Alle avonden waren met 1000 kijkers uitverkocht en zelfs op de zeedijk genoten velen mee van de prachtige klanken en beelden op de rand van land en slik. Op de achtergrond figureerden schepen uit de huidige vloot van Paesens-Moddergat die onder het teken WL van Westdongeradeel varen. Ook de nagebouwde WL19, de Wierumer Aek was van de partij. En je zag de vuurtoren van Schiermonnikoog prachtig oplichten om de zoveel seconden. Er kwam een mannetje over het wad naar de wal waden. Op donderdag en vrijdag hing er een regenboog in de lucht. Het had allemaal een buitenaardse schoonheid.

Bijzonder waren de vele Friese paarden, los met ruiters en aangespannen voor een Friese sjees en voor een indrukwekkende lijkkoets. Hoofdrolspeler Gerrit Breteler zat fier te paard op een prachtige schimmel, naast twee muzen in het wit. Op het podium schitterde sopraan Miranda van Kralingen uit Engwierum met het Philharmonisch orkest en Gezina van der Zwaag. Kijkt u voor een mooie fotoreportage op Waldnet en een verslag in het Friesch Dagblad.
Uw webmaster was met zijn gezin zaterdagavond aanwezig, toen het weer zeer aangenaam was met een prachtig rood kleurende ondergaande zon. We overnachtten bij recreatiebedrijf Meinsma, op loopafstand van de dijk. Omrop Fryslan filmde een deel van de generale repetitie en de voorbereidingen. Binnenkort meer filmbeelden van het Requiem op dit blog.

Update: De slotscene in beeld gebracht op YouTube (zonder geluid). Evenals Gerrit Breteler en de muzen te paard. En bovenal (boppedat) Gerrit Breteler samen met Miranda van Kralingen.

vrijdag 13 juni 2008

Presentatie boek malle graaf Clancarty

Op maandag 16 juni 2008, ‘s middags om vijf uur, reikt de heer Reinder H. Postma in het gemeentehuis in Kollum (Van Limburg Stirumweg 18, 9291 KB) de eerste exemplaren uit van het door hem geschreven boek Donough McCarthy, 4th earl of Clancarty aan de heren dr. Oebele Vries van de RUG te Groningen en aan Bearn Bilker, burgemeester van Kollumerland c.a.
Reinder H. Postma uit Oudwoude (1956) heeft gedurende ongeveer 25 jaar onderzoek gedaan naar deze markante Ierse graaf. Daarbij hoorden een bezoek aan Blarney Castle bij Cork en aan de Tower in Londen.

De graaf Clancarty heeft rond 1720 een huis in eigendom gehad aan de Wâlddyk onder Oudwoude (zie foto hierboven) en staat algemeen bekend als de “Malle graaf”. Ook was hij eigenaar van het eiland Rottum. Zijn verbanning uit Ierland en Engeland vond plaats in de roerige tijden rond 1700. De Oranjemarsen en de grimmige strijd tussen protestanten en katholieken zijn eveneens in deze tijd ontstaan en pas recent tot een einde gekomen.

In het verleden is door diverse auteurs over Clancarty geschreven. Postma heeft deze eerdere publicaties naast elkaar gelegd en veel aan bronnenonderzoek gedaan. In de overlevering werd Clancarty de “Malle graaf” genoemd. Hij kreeg deze naam omdat hij, na het overlijden van zijn vrouw, drie dames om zich heen zou hebben gehad: eentje met rood, eentje met zwart en eentje met blond haar. Postma is echter naar de bron teruggekeerd en heeft alles wat niet aantoonbaar was, verwijderd. Daardoor ontstaat er een biografie van een graaf die de pech had dat hij op het verkeerde paard wedde en geld en goed kwijt raakte. Hij heeft daarna een bewogen leven geleid maar mal of gek was hij zeker niet.

In Groningen in het familiearchief Van Bolhuis bevinden zich een fors aantal originele stukken. Deze zijn integraal in het boek opgenomen, behalve biografie is het dus ook een bronnenpublicatie.

Tijdens zijn onderzoek heeft Postma veel hulp van dr. Oebele Vries ondervonden die door zijn kennis van Oost-Friesland meerdere stukken heeft kunnen aandragen en bij het uiteindelijke schrijven van het boek adviezen heeft gegeven. De gemeente Kollumerland c.a. heeft door een financiële bijdrage van € 250,00 deze uitgave mede mogelijk gemaakt. Zie de Sneuper website voor de inhoudsopgave van het boek.
Het boek is te bestellen bij de auteur Reinder Postma (0511 – 45 21 00). De prijs is tot 1 juli 2008 € 22,50. Daarna kost het boek € 25,00.

Update: Tot mijn prettige verbazing las ik in het boek dat de graaf in januari 1719 in Ezumazijl was (per schip, het was immers o.a. een winterhaven voor de vloot van Paesens-Moddergat). Clancarty was na de kerstvloed van 1717 van Rottumeroog verdreven en aan het zwerven geslagen langs de waddenkust. Hij schreef toen een brief aan redger Abel Eppens van Bolhuis te Warffum, waarin hij aangeeft tegen zijn schipper Jacob Everts een proces aan te spannen. Everts had hem uitgedaagd voor een duel en dreigde hem later te vermoorden! Ook kreeg de deftige graaf het aan de stok met de ruige Zoutkamper vissers, die hem ongetwijfeld een mal persoon vonden. Originele brieven bevinden zich in familie-archief Van Bolhuis (RHC Groningen).
Tjitse Baukes uit Oudwoude baseerde later zelfs zijn achternaam op het huis van de graaf waarin hij woonde: Van der Burg. Zijn zoon Tjeerd kwam om in het leger van Napoleon.

woensdag 11 juni 2008

Opnames Verre Verwanten radio in Admiraliteitshuis

Aanstaande dinsdag 17 juni zullen in Dokkum vanaf 13.00 uur opnames plaatsvinden van Verre Verwanten radio. Aanleiding is de publicatie van het boek over Elisabeth de Flines, die in Dokkum enkele bizarre jaren beleefde rond 1710. Zij woonde toen in het Nieuwe Collegie, onderdeel van het huidige museum Admiraliteitshuis. Dit is nu heel toepasselijk de plaats van opname. Te gast in het programma zijn schrijver Machiel Bosman en streekarchivaris Tjeerd Jongsma. Een reporter zal verder een aantal korte opnames in het museum maken met directeur Ihno Dragt.
De tekening van het huis aan de Lange Oosterstraat in 1724 (zie hiernaast) werd overigens gemaakt door een kennis van Elisabeth, de bekende tekenaar/ goudsmid Jacobus Stellingwerf (1667-1727) uit Amsterdam.

De radio-uitzending zal zijn op zaterdag 2 augustus van 14.00-14.45 uur op Radio 5 AM. Daarna zal de uitzending ook nog via de website van Verre Verwanten radio te beluisteren zijn. Ook de Tros Nieuwsshow besteedde op de radio aandacht aan dit boek, evenals VPRO's De Avonden. Het VPRO-programma OVT van 22 juni was zelfs vrij kritisch (3 minuten tussen 17:00 en 20:00).
Update: streekarchivaris Tjeerd Jongsma meldt: Penterman staat in de kohieren van de personele goedschatting van 1712 en 1713 aangeslagen voor een vermogen van 11000 gulden (ruim drie keer zoveel als een gemiddelde Dokkumer burgemeester!).
Over de geboorte van zoon Gilbert Penterman staat in de transcriptie van vroedvrouw Catharina Schrader's dagboek: 1711 den 22 september bij mijnheer pinterman sijn Vrouw gehalt sijnde baacken meijster off tonneboijer een soon 15 (ze betaalden dus het ruime bedrag van 15 gulden). De volgende dag werd hij te Dokkum gedoopt.

maandag 9 juni 2008

Doopsgezinden in Friesland

Van oudsher heeft het doopsgezinde geloof een stevige voet aan de grond gehad in Friesland. Een van de aartsvaders van de doopsgezinden was natuurlijk de Fries Menno Simons, waarvan ook de naam mennisten of mennonieten is afgeleid. Minder bekend is zijn Dokkumer kompaan Nette Lipkes.
In het standaardwerk van Samme Zijlstra over doopsgezinden Om de ware gemeente en de oude gronden, Geschiedenis van de dopersen in de Nederlanden 1531-1675 wordt gemeld dat het hoogtepunt in de eerste helft van de 17e eeuw lag. Nog te bestellen bij Uitgeverij Verloren.

Met name de doopsgezinde Waterlandse voorgangers Hans de Ries (1553-1638) en Leenaert Bouwens (1515-1582) hebben op hun reizen grote aantallen mensen tot het doopsgezinde geloof bekeerd. Er zijn lijsten bewaard gebleven waarop tellingen van honderden door Bouwens gedoopten alleen al in Noordoost Friesland voorkomen (bv. 453 in Dokkum). Er liep een Doopsgezinde connectie door de Nederlanden van pakweg Dordrecht via Amsterdam, Hoorn, Alkmaar, Workum, Sneek, Harlingen, Franeker, Leeuwarden, Dokkum, de Waddeneilanden tot aan Emden in Noord-Duitsland. Het was een kring van intimi die met elkaar trouwden en elkaar op vele vlakken hielpen. Ondanks hun vrome en pacifistische instelling waren de doopsgezinden vaak rijk en hadden beroepen als lakenkoopman, apotheker/kruidenier en reder.

Ook onder kunstenaars en wetenschappers hadden ze goede connecties. Bekend zijn de banden van Rembrandt, Govert Flinck en Vondel met de doopsgezinden en de Friese kunstschilders Lambert Jacobsz(ca.1598-1637) en Wybrand de Geest. En natuurlijk de familie Uylenburgh, van wie Saskia met Rembrandt trouwde, neef Hendrik kunsthandelaar was en Saskia's vader Rombert als burgemeester van Leeuwarden de laatste was die op 10 juli 1584 Willem van Oranje persoonlijk sprak, vlak voordat hij door Balthasar Gerards werd vermoord. De grote wiskundige Sybrandt Hansz Cardinael uit Harlingen en later Amsterdam was ook doopsgezind.

De kerken van de doopsgezinden werden toepasselijk genoeg Vermaning genoemd. Er zijn nog diverse bewaard gebleven zoals in Dokkum, waar de kerk is samengegaan met de Remonstrantse.

Ik beperk me op deze plaats verder tot het verwijzen naar bronnen die u meer leren over deze bijzondere geloofsgemeenschap in Friesland.

- Geschiedenis der Doopsgezinden in Friesland : van derzelver ontstaan tot dezen tijd, uit oorspronkelijke stukken en echte berigten opgemaakt, 1839, Blaupot ten Cate. Digitale publicatie op http://www.wumkes.nl/index.php?volg=1&id=57

- Een onderzoek naar doopsgezinden en hun netwerken in Harlingen 1650-1850 door Yme Kuiper en Harm Nijboer: http://www.harlingerrijkdom.nl/

- Een grote familie. Doopsgezinde elites in de Friese Zuidwesthoek 1600-1850. Een boek dat in 2007 werd gepubliceerd door onderzoeker Cor Trompetter.
- Leden van de doopsgezinde gemeenschap Surhuisterveen 1570-1930
- Friese Doopsgezinde Sociëteit in Leeuwarden.
- Doopsgezinde bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam, waar ik diverse malen werd geholpen door de onvolprezen conservator Adriaan Plak. Een mooie prentencollectie en bijna alles wat over doopsgezinden gepubliceerd is, waaronder de Doopsgezinde Bijdragen.
- Het is ook leuk om eens in de Engelstalige Global Anabaptist Mennonite Encyclopedia Online te snuffelen. In de USA zijn immers veel mennonieten en afgeleide bewegingen nog zeer actief, zoals de Amish en Brethren. Zoeken op bv. Uylenburgh levert een mooi artikel op.

woensdag 4 juni 2008

Gevelsteen Ee uit 1613 online teruggevonden?

Ergens in 2003 las ik in een boek over Gevelstenen in Leeuwarden dat in de Grote Kerkstraat 230 een gevelsteen was ingemetseld die oorspronkelijk uit een woonhuis te Ee afkomstig was. Ik maakte een kopie van de pagina en stuurde die naar Ee-kenner Douwe Zwart met de vraag: Ken je deze steen? Nou, hij was blij verbaasd en meldde al lang de hoop deze steen ooit terug te vinden had opgegeven. De baksteen met een schaar van kleermaker Jan Foekes was oorspronkelijk onderdeel van een drietal. De anderen waren een bakstenen gevelsteen met de letter W en een met het jaartal 1613. Ze zaten in het geboortehuis van de leraar en geschiedschrijver Foeke Sjoerds.
We wijdden er een verhaal in de Sneuper en op onze Sneuper-site aan onder de titel Waarom een gevelsteen te Leeuwarden terug moet naar Ee. Volgens Douwe waren ze ooit door het Fries Museum veiliggesteld en in een depot verdwenen. Mijn logica was dat dat wel eens het depot in het Groningse Nuis, bij Marum, zou kunnen zijn en belde met deze organisatie. Er werd echter niet opgenomen.

Enkele weken geleden ontdekte ik echter dat het Noordelijk Archeologisch Depot in Nuis een database online had gezet. En afgelopen weekend probeerde ik eens te zoeken op steen 1613. Het leverde geen zoekresultaat maar wel bij alleen het zoeken op 1613 gaf het enkele resultaten. Een daarvan gaf aan: Materiaal: Baksteen, gevelsteen: 1613, Fryslan, Inventarisnummer: F 2006-X-53, Periode: onbekend. Het lijkt me sterk dat dit niet de gezochte steen uit Ee is ! Nu nog de steen met letter W vinden en voor mekaar krijgen dat de stenen herenigd worden in Ee.
Het Nederlands Dagblad besteedde al eens aandacht aan het N.A.D. in een interview met archeoloog Ernst Taayke. Het wordt tijd eens poolshoogte te gaan nemen ter plekke in Nuis.

dinsdag 3 juni 2008

Nederlandse liederen van vroeger

In het kader van het 'aankleden' van uw genealogie, ook wel het pimpen van je stamboom genoemd, wil ik eens aandacht besteden aan een bron van het Meertens Instituut. Sinds 2007 hebben ze een database online gezet met teksten van oude (volks-)liederen en, daar waar mogelijk, melodie en een mp3-bestand met de originele opname. Inmiddels zijn meer dan 125.000 Nederlandse liederen ontsloten, van de middeleeuwen tot de twintigste eeuw. Als test maar weer eens gezocht op trefwoord Dokkum en zie daar, 31 resultaten. Diverse teksten zijn zelfs in het Fries.

De Nederlandse Liederenbank biedt een breed scala aan liederen in diverse talen, maar het merendeel is Nederlandstalig. De nadruk ligt op liederen uit de Middeleeuwen. Uit recentere tijd zijn met name teksten uit volksliedbundels en veldwerkopnamen opgenomen. Probeer het maar eens uit en zing uit volle borst de liederen die uw voorouders in de herberg of op feestjes zongen!

zondag 1 juni 2008

Friese bronnen van voor 1600

De archieven in Friesland, met name de Doop- Trouw- en Begraafboeken (DTB) gaan vaak niet zo ver terug dat je voor 1650 makkelijk genealogische gegevens kunt vinden. Zelf heb ik als oudste datum 1675, het huwelijk van mijn voorvader Geert Jochums met Bauck Dirks in Ee (de DTB van Ee gaat terug tot 1665).
Toch zijn er bij nadere beschouwing vrij veel bronnen in Friesland die verder in het verleden reiken, zelfs tot voor 1600. Diverse van deze bronnen hebben we ook via de Sneuper-site ontsloten, maar voor de duidelijkheid zet ik ze hier nog eens op een rijtje. De nadruk ligt op de bronnen met relevantie voor de regio Noordoost Friesland. In bijna alle gevallen is er een korte introductie van de bron die een lijst met namen en plaatsen voorafgaat. De lay-out is niet altijd even mooi, want inhoud ging vaak voor uiterlijk schoon. Met een beetje geluk en sneup-gevoel vind je je stamboom terug tot in de 16e eeuw.